Maklu (763)

Bestuurders- en commissarisbeloningen onder belastingverdragen

Bestuurders- en commissarisbeloningen onder belastingverdragen

  • Maklu

€112.00

Auteur(s): Andy Cools ISBN: 9789046608067 Bestuurders en commissarissen handelen vaak internationaal. Zij besturen over de nationale grenzen heen één of meer lichamen binnen het concern. Er is dan sprake van grensoverschrijdende dienstverlening. Dit fenomeen werpt een aantal vragen op met betrekking tot de heffingsbevoegdheid over de vergoeding van de bestuurder of de commissaris. Meer in het bijzonder: is de toewijzingsregel t.a.v. de beloningen van bestuurders en commissarissen aan de vestigingsstaat van het lichaam zoals geregeld in artikel 16 OESO (nog) wel juist? Of is de toewijzing aan de werkstaat of woonstaat een juister alternatief? In dit boek wordt nagegaan in welke mate de specifieke ratio legis – die ten grondslag ligt aan de verdeling van heffingsbevoegdheid – vandaag nog kan gelden of nood heeft aan een actualisering. Voorts wordt onderzocht in welke mate een eventuele geactualiseerde ratio legis dan niet van toepassing kan zijn op een ruime categorie van directors? Hierbij is het dan wel belangrijk om een director volgens fundamentele criteria te kunnen onderscheiden van managers. De auteur gaat verder ook in op de huidige vormgeving van artikel 16 OESO. De drie constitutieve bestanddelen binnen dit artikel – de hoedanigheid van de ontvanger van de vergoedingen, de aard van het lichaam waarin het mandaat wordt bekleed en de aard van de vergoeding zelf – roepen namelijk heel wat vragen op. In een tweede deel wordt het directorsartikel onderzocht in de door België gesloten belastingverdragen. Deze wijken geregeld op onderdelen af van artikel 16 OESO. Een in het oog springend voorbeeld hiervan is artikel 16 van het huidige belastingverdrag tussen België en Nederland, dat uitvoerig wordt besproken. Omtrent dit specifiek verdragsartikel rijzen heel wat interpretatievraagstukken, o.m. gelet op het feit dat de gezamenlijke artikelsgewijze toelichting bij het verdrag stelt dat het artikel gebaseerd is op het Belgische bedrijfsleidersartikel (artikel 32 WIB92). De auteur gaat hier fundamenteel op in en doet aanbevelingen voor een onderbouwde interpretatie van het verdragsartikel. Over de auteur(s): Andy Cools is licentiaat in de rechten (K.U. Leuven) en master in tax law (Universiteit Antwerpen). Hij is belastingadviseur, veelgevraagd spreker op tal van fiscale seminaries en auteur van onder meer het handboek ‘Internationaal Belastingrecht in hoofdlijnen’. De voorliggende uitgave is het resultaat van zijn promotieonderzoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Aan winkelwagen toegevoegd

Radicalisering en terrorisme. Van theorie naar praktijk (Reeks Veiligheidsstudies, nr. 15)

Radicalisering en terrorisme. Van theorie naar praktijk (Reeks Veiligheidsstudies, nr. 15)

  • Maklu

€39.60

Auteur(s): W. Hardyns & W. Bruggeman (red.) ISBN: 9789046608173 Dit praktijkboek ontleedt het fenomeen radicalisering en terrorisme als uitloper daarvan. Het geeft tevens een overzicht van het juridisch instrumentarium dat vandaag voorhanden is om deze fenomenen aan te pakken. Een aantal aspecten worden behandeld die cruciaal zijn om deze fenomenen vanuit beleid en praktijk in te dijken, zoals de identiteitsvaststelling, de schoolcontext, exit-projecten en het streven naar een integrale aanpak van het fenomeen. Het overgrote deel van bestaande publicaties is vandaag eerder anekdotisch en beschrijvend van aard, wat op zich verrijkend is, maar minder relevant voor de praktijk als het neerkomt op te trekken lessen inzake de aanpak van radicalisering. De eigenlijke dossierhouders en experts zijn immers vaak bijzonder terughoudend en de terechte geheimhoudingsreflex wordt nog versterkt door de kwetsbare actuele toestand. Met dit boek zijn de samenstellers er niettemin in geslaagd deskundigen uit België en Nederland samen te brengen, die bereid waren hun kennis te delen. Praktijkmensen zullen hier in tal van situaties hun voordeel mee doen. Met bijdragen van Hans Bonte, Willy Bruggeman, Teun van Dongen, Bob de Graaff, Wim Hardyns, Libbe Henstra, Lieven Pauwels, Paul Ponsaers, Tamara Speerstra & Daan Wienke. Over de auteur(s): Prof. dr. Wim Hardyns is docent aan de Vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht van de Universiteit Gent en gastdocent aan de Faculteit Rechten van de Universiteit Antwerpen. Als lid van het Institute for International Research on Criminal Policy (IRCP) bestudeert hij criminele fenomenen waaronder radicalisering en terrorisme. Prof. dr. Willy Bruggeman is voorzitter van de Federale Politieraad en als bijzonder geassocieerd hoogleraar verbonden aan de leerstoel politiewetenschappen van het Benelux Universitair Centrum.

Aan winkelwagen toegevoegd

Trajecten van minderjarigen met psychische problemen gevolgd door de jeugdrechtbank

Trajecten van minderjarigen met psychische problemen gevolgd door de jeugdrechtbank

  • Maklu

€30.80

Auteur(s): Sofie Merlevede ISBN: 9789046608272 Over het moeilijke trajectverloop in de jeugdhulpverlening is reeds heel wat gedebatteerd. Telkens wordt dit debat echter enkel gevoerd op basis van ‘signalen’, bij gebrek aan onderzoek terzake. Dit boek brengt hier verandering in. Het brengt de hulpverleningstrajecten in kaart van minderjarigen met psychische problemen gevolgd door de jeugdrechtbank. Hiervoor werd een uitgebreide dossierstudie op de jeugdrechtbank in Gent uitgevoerd. Daarbij blijken onstabiele trajecten, anders dan verwacht, eerder de uitzondering dan de regel. Slechts een minderheid van de minderjarigen doorloopt onstabiele trajecten, die zich kenmerken door een hoog aantal trajectveranderingen en de afwezigheid van stabiele perioden. Er zijn verschillende factoren voor deze onstabiliteit, zo blijkt uit dit onderzoek: het profiel van de minderjarige, de hulpverleningssector, het gebrek aan hulpverlening en zelfs de verslaggeving in de dossiers op de jeugdrechtbank. Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek, geeft de auteur concrete aanbevelingen voor de jeugdhulpverlening, en in het bijzonder voor het beleid, hulpverleners en jeugdrechters. Over de auteur(s): Sofie Merlevede is doctor in de Criminologische Wetenschappen (Universiteit van Gent, Institute for International Research on Criminal Policy). Haar onderzoeksonderwerpen zijn: psychische problemen, bijzondere jeugdzorg, kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethodologie.

Aan winkelwagen toegevoegd

Crime and order, criminal justice experiences and desistance (GERN Research Paper Series, nr 4)

Crime and order, criminal justice experiences and desistance (GERN Research Paper Series, nr 4)

  • Maklu

€51.40

Auteur(s): J. de Maillard, A. Groenmeyer, P. Ponsaers, J. Shapland & F. Viannello (eds.) ISBN: 9789046608326 GERN (Groupement Européen de Recherches sur les Normativités) is a large con-sortium of scientific researchers in the domain of deviance and social control, more precisely studying delinquency, penal institutions, public policies of security and the importance of penal questions in society. The consortium is multidisciplinary. Today GERN is a scientific network present in ten European countries and abroad, uniting researchers of different disciplines. Each year the GERN organizes a doctoral summer school, giving PhD students from the consortium the opportunity to present and discuss their ongoing projects and research results as well as meet young and senior researchers. This is the fourth volume stemming from the annual doctoral conferences organized by the GERN. Last edition of the Summer School was held in September 2015 in Paris. The selected theme for this Summer School was “Crime and order, criminal justice experiences and desistance”, reflecting the variety of theoretical frameworks and methodologies covered by the current PhD theses in the field of criminal justice and deviance as well as the fresh and new perspectives on subjective experiences of the criminal justice system and trajectories of desistance. Critical thinking differs from magic reasoning, common sense, and speculation. Scientific evidence contrasts with belief, immediate and apparent knowledge, illusion and opinion. This is particularly true for the science of crime, criminology and more generally social sciences research on criminal justice issues. With the inauguration of this Research Paper Series, GERN intends to monitor and disseminate cutting-edge studies into European security issues, reflecting the result of doctoral research in the framework of the GERN. The series provides an excellent platform from which to survey key emergent topics in the field. With this series the editors and authors are contributing to a better understanding of contemporary questions, presenting recent research results and scientific reflection, by devising new approaches and by re-evaluating the heritage of social sciences in this domain. It implies a new openness with regard to other disciplines and to the normative questions arising from the commission of crime and the formal reaction to it by actors in the criminal justice system and beyond. Over de auteur(s):

Aan winkelwagen toegevoegd

Macht en mediation

Macht en mediation

  • Maklu

€28.30

Auteur(s): Georg Frerks, Ton Jongbloed , Marion Uitslag , Tobia Westra (red.) ISBN: 9789046608470 De rol van macht bij mediation is een gevoelig en controversieel onderwerp. Aan de ene kant heeft mediation te maken met conflicten waarbij macht en machtsverschillen bijna inherent een rol spelen, aan de andere kant heerst er de pretentie dat de mediator op geen enkele manier macht of zelfs maar enige vorm van beïnvloeding hanteert bij de uitoefening van zijn of haar vak, omdat dit niet bij de puur onafhankelijke rol zou passen. Vaak ligt alles in de praktijk iets subtieler, en speelt macht bewust of onbewust, direct of indirect, een wezenlijke rol bij mediation. Sommige waarnemers menen zelfs dat de mediator de ‘mythe’ van neutraliteit en onpartijdigheid moet loslaten en zich bewust moet richten op de verschillen in macht tussen de conflictpartijen. In dit boek gaan diverse auteurs op deze problematiek in, en wordt deze vanuit zowel een meer theoretische invalshoek als vanuit de mediationpraktijk belicht. Hoe zorgt de mediator voor een zeker evenwicht tussen de partijen, zonder ‘partij’ te kiezen? Hoe zorgt deze dat de underdog in de machtsrelatie ook aan zijn -of vaker nog haar- trekken komt? En hoe machtig is mediation zelf geworden, nu deze in vele geschillen een eerste verplicht station is geworden bij de juridische procedure en volgens sommigen ook complexer en moeilijker te begrijpen? En wat betekent de ‘regisserende’ rol van de mediator in het hele mediation-proces in termen van macht en invloed, en hoe ziet of ervaart een conflictpartij dat? Omgekeerd kan bij mediation soms ook sprake zijn van onmacht, bijvoorbeeld wanneer de mediation vastloopt of onvoldoende soelaas kan bieden, of de mediator de partijen niet weet te ‘bereiken’. Ook in zo’n geval moet de mediator in staat zijn het proces in termen van macht en machtsverschillen te duiden en bij te sturen. Naast het centrale thema ‘macht en mediation’ wordt in dit boek een hoofdstuk gewijd aan de actuele ontwikkelingen op het terrein van de Nederlandse mediationwetgeving, i.c. het ontwerp van de Wet bevordering mediation. Over de auteur(s): Werkten mee aan deze publicatie: Katalien Bollen, Arno Diederen, Quirine Eijkman, Barney Jordaan, Georg Frerks, Ton Jongbloed, Marion Uitslag, Tobia Westra.

Aan winkelwagen toegevoegd

Mutual admissibility of evidence in criminal matters in the EU. A study of telephone tapping and house search. (IRCP-series, vol. 53)

Mutual admissibility of evidence in criminal matters in the EU. A study of telephone tapping and house search. (IRCP-series, vol. 53)

  • Maklu

€39.50

Auteur(s): Martyna Kusak ISBN: 9789046608401 Any effort to gather evidence may prove pointless without ensuring its admissibility. Nevertheless, the EU, while developing instruments for smooth gathering of evidence in criminal matters, is not taking much effort to enhance its admissibility. Due to the lack of common rules in this matter, gathering and use of evidence in the EU cross-border context is still governed by the domestic law of the member states concerned. This may lead to situations where, given the differences between legal systems across the EU, evidence collected in one member state will not be admissible in other member states. Due to the fact that the Lisbon Treaty opened the possibility to adopt minimum rules concerning, among other things, the mutual admissibility of evidence, this research investigates the concept of minimum standards designed to enhance mutual admissibility of evidence in the EU. Through a study of two investigative measures, telephone tapping and house search, the author examines whether coming to various common minimum standards is feasible and whether compliance with these standards would finally shape the as yet nonexistent concept of the free movement and mutual recognition of evidence in criminal matters in the EU. Essential reading for both national and EU policy makers, scholars and practitioners involved in cross-border gathering of evidence in the EU. Over de auteur(s): Dr Martyna Kusak is a doctor of law and post-doctoral researcher at Chair of Criminal Procedure, Adam Mickiewicz University in Poznań (Poland) and in the Institute for International Research on Criminal Policy, Ghent University (Belgium). She holds a double doctoral degree from Adam Mickiewicz University and Ghent University. In the academic year 2015/2016 she was awarded a scholarship by the Adam Mickiewicz Foundation in Poznań. This publication is the result of her research, carried out upon a co-tutelle doctoral programme and within project no. 2014/15/N/HS5/02686 granted by the National Science Center, Poland.

Aan winkelwagen toegevoegd

BACKSOON UNSUBSCRIBED

Wij gebruiken cookies.

We gebruiken cookies en andere volgtechnologieën om onze website te optimaliseren en uw ervaringen te verbeteren. Meer informatie vindt u in onze Cookieverklaring.

U kunt ook uw cookie-instellingen hier regelen.